Achtergrond
Zes eiwitten in melk maken voor circa 90% de samenstelling van melk uit (Alfa S1 caseine, Alfa S2 caseine, Beta caseine, Kappa caseine, Alpha lactalbumine en Beta lactoglobuline). De test voor Kappa caseïne detecteert de varianten A, B en E.
Test specifieke informatie
Zes eiwitten in melk maken voor circa 90 procent de samenstelling van melk uit (Alfa S1 caseïne, Alfa S2 caseïne, Beta caseïne, Kappa caseïne, Alpha lactalbumine en Beta lactoglobuline). De test voor Beta caseine detecteert de meeste voorkomende varianten in Beta caseine. Hiervan bestaat melk voor 30 procent uit Beta caseine. Tijdens melkproductie vormen de caseines samen met calcium micellen die oplosbaar zijn in melk. Dit proces is essentieel in het proces van kaasmaken. De hoeveelheid caseïnes in melk bepaalt de kaasopbrengst. Tot op heden zijn twee varianten in Alfa S1 caseïne aangetoond. De B variant is het meest voorkomend in Holstein-Runderen. Koeien die homozygoot zijn voor de B variant hebben een hogere melk opbrengst in vergelijking met de C variant. Hiernaast is de B variant van Kappa caseïne in relatie gebracht met een verhoogde opbrengst van eiwit, en de concentratie van caseïnes. Een belangrijke wei-component in melk is Beta lactoglobuline. De B variant van Beta lactoglobuline wordt geassocieerd met een verhoogde hoeveelheid caseïne in melk, waardoor dit een gunstig effect heeft op het kaasmaken. Tegelijkertijd wordt dit effect weer negatief beinvloed doordat de A variant in een verhoogde melk-opbrengst resulteert. De varianten van beta caseïne worden geassocieerd met menselijke ziekten zoals astma en autisme. Voor mensen die melk drinken van een specifieke variant kan mogelijk de ernst van ziekte afnemen.
Leeftijd
Deze test geeft informatie over de samenstelling van de melk. Invloed van een bepaalde levensfase is verder niet van toepassing.
Doorlooptijd
De doorlooptijd van testen is van meerdere factoren afhankelijk, zoals de transportduur van uw monster naar de testlocatie, de testmethode(n) en of de testen in zijn geheel of een deel daarvan door een buitenlands partnerlaboratorium of patenteigenaar uitgevoerd worden.
De doorlooptijd van testen die in onze eigen laboratoria uitgevoerd worden is normaal gesproken 10 werkdagen na ontvangst van het monster bij het test laboratorium (VHL, VHP of Certagen). Voor testen die door een partnerlaboratorium (een zgn. “partner lab test”) of patenteigenaar uitgevoerd worden is dit minimaal 20 werkdagen na ontvangst van uw monster. Omdat de transportduur naar onze buitenlandse partner laboratoria of patenteigenaar sterk kan variëren door factoren die we niet kunnen beïnvloeden, is dit slechts een ruwe indicatie.
LET OP!
Soms kan het nodig zijn dat uw monster opnieuw moet worden getest. Dit noemen wij een hertest. In dat geval zal uiteraard de doorlooptijd toenemen.
Locatie van ziekte of kenmerk
De melk is aanwezig in het uier.
Ras afhankelijkheid
Voor deze test worden monsters van alle rassen geaccepteerd.
Monster materiaal
Voor dit onderzoek worden de volgende materialen geaccepteerd: Haar, Sperma, Bloed EDTA, Bloed Heparine, Weefsel. Indien u ander materiaal wenst in te sturen adviseren wij u eerst contact met het Dr. Van Haeringen Laboratorium op te nemen.
Resultaat
Melkkwaliteit is gebaseerd op veel kenmerken. Voor elk kenmerk wordt een apart testresultaat toegezonden
Vererving
Genetische factoren die invloed hebben op de melk vererven op diverse manieren, afhankelijk van de combinatie die in een dier aanwezig is. Sommige varianten zijn dominant, terwijl andere factoren recessief vererven.
Ernst van de aandoening
-